Artikelen

Wat de dochters van de tweede feministische golf kunnen leren van zwarte feministes

De dochters van de activisten van de tweede feministische golf zijn vijftig, tevreden en ingedut. Terwijl hun moeders de barricade opgingen, denken zij dat we er al zijn. Want we mogen toch werken naast de kinderen? En daarmee houden ze het patriarchale systeem in stand, zeggen zwarte feministes als Naeeda Aurangzeb en Kaouthar Darmoni.

Onlangs luisterde ik naar een podcast met schrijver, activist en feminist Milou Deelen (28) die ik ongelooflijk dapper vond toen ze op internationale vrouwendag 2017 het slutshaming bij Vindicat aan de kaak stelde, maar die nu bijkans de strot afbeet van interviewer Gijs Groenteman omdat hij aan haar vroeg of ze kinderen wilde. Had hij dat ook gevraagd als ze een man was? Hoeveel genderstereotypen lagen wel niet besloten in die ene vraag? En begreep hij nou echt niet wat ‘consent’ inhoudt en dat het heel normaal is om dat te verkrijgen voordat je de hand op iemands schouder legt?

In oktober 2017 had ik nog enthousiast meegedaan aan de hashtag #MeToo, want ja, wie is er niet ooit door een baas tussen haar borsten gegrepen? Ik was er trots op dat dit het startsein bleek, wereldwijd, van vrouwen die op ieder gebied steeds beter voor zichzelf opkomen en ik vind het heel goed dat mannen met macht worden gedwongen na te denken over hoe ze die inzetten. Maar de laatste jaren gaat het me allemaal wat te snel en vooral te overgevoelig. Ik ervaar praten met mensen van rond de vijfentwintig als laveren over de rand van een brullende vulkaan; voor je het weet heb je weer iets verkeerds gezegd. Het discours van mannen, vrouwen, zwart en wit, en hen die zich binnen dat spectrum bevinden en zich ook slachtoffer voelen van de traditionele man-vrouwrolpatronen is me te vaag en te breed en iets te snel op de teentjes getrapt.

We hebben toch wat we willen?

Dat komt doordat jij een witte vrouw bent van rond de vijftig,’ zei de Nederlands-Pakistaanse journalist en theatermaker Naeeda Aurangzeb (49) tegen me toen ik haar interviewde over haar voorstelling gebaseerd op haar boeken 365 dagen Nederlander en Hé lekker ding, 365 dagen vrouw over institutioneel racisme en seksisme, waarmee ze dit najaar langs de Nederlandse theaters toerde. Het zijn vrouwen zoals jij, zei ze, de dochters van de activisten van de tweede feministische golf, die zelfgenoegzaam en tevreden achteroverleunen en denken dat het allemaal wel voor elkaar is. Want we mogen nu toch studeren en werken naast de kinderen? In de jaren zeventig hèt strijdpunt van de beweging. ‘Jullie zien helemaal niet hoeveel ongelijkheid er nog steeds is.’

‘Jullie kijken met een mannenblik’

Zelf ziet ze die ongelijkheid overal, en dat komt, zegt Aurangzeb, doordat haar voelsprieten beter ontwikkeld zijn. Zij heeft zich los moeten worstelen uit haar islamitische cultuur en haar eigen plek moeten bevechten, eerst binnen haar familie die vond dat ze met veertien jaar wel klaar was op school – leve de leerplicht – en later op de werkvloer waar ze de ene seksistische of racistische gifsteek na de ander moest incasseren. Daardoor zag ze veel beter dan haar vrouwelijke witte collega’s wat er bij ons aan de hand is. ‘De geïnternaliseerde mannenstem zit bij jullie dieper dan bij mij. Jullie kijken met een mannenblik, en je hebt het zelf niet eens door omdat je ermee bent opgegroeid.’

Daar had ze me. Inderdaad weet ik niet beter dan dat mannen de dienst uitmaken en ben ik allang blij dat ik daar, in tegenstelling tot mijn moeder, een rolletje in mag vervullen. Niet dat het makkelijk ging, werk en zorg combineren zonder rolmodel en met een man die van huis uit ook gewend was dat moeders thuis met de piepers op tafel klaar zat. Ik had geen idee hoe het moest, maar ik deed het, drie dagen in de week, want mijn vrijheid om te werken was duur bevochten, bovendien vond ik mijn werk leuk en haalde ik er meer plezier en voldoening uit dan een dag met de kinderen – binnen de firma gezin toch de meest onwillige werknemers, op de voet gevolgd door de echtgenoot.

Wij ‘mogen’ werken binnen een patriarchale structuur

Ik heb me nooit gerealiseerd dat wij ‘mogen’ werken binnen een patriarchale structuur, een samenleving die voor en door mannen bedacht is en er eigenlijk niet op is toegerust dat vrouwen ook meedoen. Die ervan uitgaat dat moeders nog altijd om half drie op het schoolplein staan. Die gerust vergaderingen om vijf uur ’s middags inplant. Die mannen beter beloont dan vrouwen, want vrouwen worden zwanger en moeten met verlof, en dat moet allemaal verdisconteerd worden. Die de prijs van kinderopvang laat wijzigen door ieder kabinet, iets wat zomaar duizend euro per maand kan verschillen. En met een belastingsysteem dat zorgt dat er nauwelijks iets van overblijft als een van de twee meer gaat werken en verdienen. Dit alles zorgt ervoor dat de meeste jonge ouders nog altijd vervallen in een traditionele rolverdeling, zo bleek onlangs weer uit de Emancipatiemonitor van het CBS, terwijl ze de taken wel degelijk graag gelijk zouden willen verdelen.

Vaders van nu doen wel hun best. Ze verschonen een luier, doen wat klusjes in het huishouden, maar de zorg en verantwoordelijkheid voor de kinderen hoort primair bij de moeder. Zo voelt hij dat, en zij ook. Omdat we dat beeld hebben geïncorporeerd. Daarom voelt zij zich schuldig als ze aan het werk is (want niet bij de kinderen) en hij niet. Het is zijn taak om geld te verdienen voor het gezin.

Natuurlijk zijn er dappere pogingen een stap in de goede richting te zetten, bijvoorbeeld door het opnemen van een wekelijkse papadag. Columnist en schrijver Marcel van Roosmalen kan in de podcast Weer een dag met smaak vertellen over woensdag papadag, de ‘leukste’ dag van de week waarin de telefoon in de koektrommel gaat om zich te kunnen concentreren op zijn kinderen, maar die vooral lijkt te bestaan uit het voorkomen dat hij zich de woede van zijn vriendin op zijn hals haalt. Is alles opgeruimd aan het eind van de dag? Ligt er niet nog ergens een vol luiertje of een steentje Ministeck? Wastrommel vol? Zuchtend klaagt hij over hoe geestdodend en vermoeiend het is, een dag thuis met drie kleine meisjes terwijl je eigenlijk heel veel anders te doen hebt. Hilarische taferelen die ik van alle kanten herken, maar ik denk nu wel elke keer: moet je als moeder eens zeggen.

Dubbele standaard is zo normaal dat het niet opvalt

Dit is precies wat Naeeda Aurangzeb bedoelt. De dubbele standaard die zo ingesleten is dat het ons nauwelijks meer opvalt. Ze had er weleens discussies over met haar witte vrouwelijke collega’s bij de omroep, waar ze lang heeft gewerkt als radiopresentator en documentairemaker. ‘Ze vonden het fantastisch dat ik tegen mijn vader in het verweer ben gekomen en mijn ex-man, maar ik mocht niks over hun mannen zeggen, want die zijn goed. Toen dacht ik: wacht eens even, ze hebben misschien geen baard maar ze zijn net zo erg. Zien jullie dat dan echt niet?’

Ik moest meteen denken aan het interview dat ik vorig jaar had met de van oorsprong Tunesische Kaouthar Darmoni, de inmiddels gewezen directeur van Atria, ons kenniscentrum voor vrouwenemancipatie. Hoe die zaak ook afloopt: ik vind Kaouthar Darmoni fantastisch en een verademing, met name vanwege de vrouwelijke seksuele kracht die zij uitstraalt en de boodschap die zij daarmee afgeeft. Wij vrouwen hebben onze sensualiteit veel te lang verstopt uit angst niet serieus genomen te worden. Maar toen ze begon over onze patriarchale systemen en zei dat ze niet onder de indruk was van onze mannen, dacht ik wel: nou nou, alsof het met de mannen in Tunesië zo goed is gesteld. En had jouw vader niet losse handjes? Eigenlijk ging ik meteen op slot. Vingertjes in de oren en heel hard ‘lalala’ zingen.

Zwarte feministen zien wat wij niet zien

‘En daarmee houden jullie het systeem in stand,’ zegt Aurangzeb, die zich bedrogen en tegengewerkt voelt door vrouwen van mijn leeftijd. ‘Door het allemaal wel prima te vinden en niet te reageren als er een seksistische opmerking wordt gemaakt, zijn jullie medeschuldig.’

Kaouthar Darmoni is het daarmee eens. Sterker nog: het zijn de witte wat oudere vrouwen die de normen van het patriarchaat bewaken en iedereen die daarvan afwijkt naar beneden trekken. ‘Een vrouw hoort zich gedwee en onopvallend te gedragen, zo zijn jullie opgevoed. Zwarte feministische vrouwen zijn niet zo, die hebben vier keer zo hard moeten werken om op dezelfde plek te komen en dat vraagt een bepaald daadkrachtig karakter, met een andere stijl van leidinggeven. Witte vrouwen voelen zich daar niet veilig bij en vinden ons al snel teveel. Als vrouwen elkaar niet de maat zouden nemen, zou het patriarchaat niet meer bestaan.’

De kinderen stoorden me in mijn werk

Ik liep thuis vast. Ik dacht dat ik de goede beslissing had genomen door te gaan freelancen en vanuit huis te werken, maar ik ben nogal geestdriftig in mijn werk, waardoor ik me er lastig van kan losmaken. Als de kinderen uit school kwamen, zat ik er net lekker in, waardoor ze me stoorden bij de opdrachten die ik zo goed en zo kwaad als het ging probeerde te vervullen. Ik vond gaatjes tussen schooltijden, slaapjes, het brengen en halen naar allerhande clubjes, sportverenigingen, muziekscholen, vriendjes en de supermarkt. Ik werd erdoor verpletterd, alles wat moest. Ruimte om thuis te onderhandelen was er niet, want hij verdiende de centen, dus ik moest mijn mond houden. ‘Hark jij eerst maar eens tienduizend per maand binnen,’ zei hij, ‘dan praten we verder.’ Een paar jaar later barstte de bom. Tegen zessen had ik drie pannen op het vuur, terwijl ik in de achterkamer gestrest een deadline probeerde te halen. Hij kwam binnen, luid bellend, ging op de bureaustoel naast me zitten en legde zijn voeten op mijn kant van het bureau. Op mijn aantekeningen. Ga jij het zelf maar eens doen, met je ‘wheeling and dealing in the world of high finance’, dacht ik kribbig en vol wrok. Ik had er een extreme verliefdheid voor nodig om de stap daadwerkelijk te zetten, maar daar ging ik, de liefde achterna. Nu was het eens tijd voor mij. Mijn man en de kinderen ontredderd achterlatend.

Ik hou van niets en niemand meer dan mijn kinderen, dus ik moet wel heel ver van mezelf verwijderd zijn geraakt. Ik vond mezelf niet meer leuk. Als vrouw niet, als partner en als moeder. De afgelopen tien jaar heb ik me vreselijk schuldig gevoeld: welke moeder doet zoiets? En het was pas toen Naeeda Aurangzeb mij de ogen opende over die mannelijke blik en norm en hoe wij daar als vrouw tegenop moeten boksen dat ik begon te begrijpen waardoor ik zo in de knel was gekomen. Hoe logisch dat ook was met die dubbele belasting en een partner die maar niet wilde begrijpen waar ik tegenaan liep. Die vond dat ik zeurde en gewoon wat strenger moest zijn. Dat het daarom eigenlijk heel oneerlijk is dat mijn moederschap, en wat ik daarvan gemaakt had, zo bekritiseerd werd, door mezelf en mijn omgeving. Alsof ik er niets van had gebakken, terwijl ik zo mijn best had gedaan.

De ongelijkheid is systematisch

Waarom zag ik de ongelijke verdeling wel in mijn eigen gezin, maar heb ik die nooit ervaren als systematisch? ‘Omdat toegeven dat het niet meevalt pijn doet,’ zegt Aurangzeb. ‘Maar realiseer je eens: hoeveel is wat ik als vrouw dacht voor waar aangenomen of uitgekomen? Hoe serieus ben ik genomen? Dan is het makkelijker om bij de nieuwe generatie te denken: stel je niet zo aan, je moet gewoon een olifantshuid kweken, jullie zijn ook zo gevoelig…Terwijl ik jullie dochters niets hoef uit te leggen, die weten precies waar ik het over heb en staan nu op. Zij zeggen wat ik al jaren roep. Activisme slaat wel vaker een generatie over.’
Eerdergenoemde Milou Deelen heeft ook regelmatig discussies gevoerd met haar moeder Barbara van Beukering, oud-hoofdredacteur van Volkskrant Magazine en Het Parool, omdat zij dacht dat we er al waren.  ‘Mijn generatie ziet dat er weliswaar wettelijke gelijkheid is, maar de praktijk laat anders zien. Er wordt gezegd: “Het belangrijkste is dat vrouwen zelf de keuze hebben,” maar hoe vrij is die keuze als de norm al bepaald is?’

Je doet het als vrouw nooit goed

Daarin heeft Deelen gelijk. Ondanks alle keuzevrijheid zul je kiezen wat in jouw kringen gebruikelijk is en vinden andere vrouwen daar wat van. Als fulltime werkende vrouw ben je een slechte moeder, als thuisblijfmoeder maak je onvoldoende gebruik van je potentieel en als je beide werelden zo goed mogelijk probeert te combineren, ben je lui en een deeltijdprinses. Je doet het als vouw nooit goed.

Dochters van de tweede feministische golf kunnen zich niet meer verschuilen achter onwetendheid, vindt Deelen. ‘Er is inmiddels zoveel meer kennis, voor iedereen vrij toegankelijk. We kennen de cijfers, het verhaal achter de loonkloof en deeltijdwerken. Steeds meer vormen van grensoverschrijdend gedrag komen aan het licht. Door internet en social media bereikt een opmerking als ‘Grap them by the pussy’ ons sneller dan de krant het kan brengen. We weten ook precies waar onze zusters in Iran mee te maken hebben en in die strijd moeten we ze steunen, want het is een gedeelde en inclusieve strijd. Zoals de schrijver en burgerrechtenactivist Maya Angelou al zei: “No one of us can be free until everybody is free.”’

Laat de mannen maar eens emanciperen

Ik weet niet of allebei fulltime werken het antwoord is, zeker niet als er kinderen zijn. Er is meer in het leven dan werken. Ik vind ook dat vrouwen zich al genoeg hebben aangepast aan de mannennorm en dat emancipatie niet altijd van hen hoeft te komen. Ik denk eerder dat we mannen moeten laten inzien dat zij ook veel te winnen hebben bij minder werken en een grotere betrokkenheid bij het gezin. Kinderen opvoeden kost tijd en het is ook leuk en waardevol om ze tijdens hun jeugd te kunnen begeleiden en je als gezin met elkaar te verbinden. Waarom niet allebei vier dagen werken of nog beter: waarom zouden we niet school- en werktijden op elkaar aanpassen? Iedereen van acht tot vier de deur uit en daarna vrij, en je kunt in alle rust het avondritueel in en dan heb je nog tijd en energie om te helpen met huiswerk ook. Het kan. In Scandinavië is het heel normaal, vraag maar aan de Noorse regisseur Eline Arbo die in ons land furore maakt maatschappelijk geëngageerd toneel. Daar bestaat gelijkheid tussen mannen en vrouwen al decennialang. Maar het vergt een forse investering in zwaar gesubsidieerde en pedagogisch verantwoorde kinderopvang met een breder aanbod aan activiteiten naarmate kinderen groter worden, én een gelijk ouderschapsverlof voor beide partners, zodat de moeder geen ‘voorsprong’ krijgt in het zorgen van de kinderen. Het is maar net waar je als land voor kiest.

We moeten het samen doen

Eigenlijk is die opzet precies zoals Hedy d’Ancona en Joke Smit van de Man-Vrouw Maatschappij het eind jaren zestig al hadden bedacht, tot de Dolle Mina’s en nog radicalere splinterbewegingen ervan doorgingen met de boodschap en de man tot vijand verklaarden. Wat andere vrouwen ook weer te ver ging. We moeten het juist samen doen. En dat is weer een boodschap die zwarte feministen met hun Ubuntu heel goed begrepen hebben, zegt Kaouthar Darmoni. ‘Ik ben omdat wij zijn.’

Mijn gekozen waardering € -