Artikelen

Hier komt de eredivisie van echtscheidingsland. Groepstherapie helpt ze uit de strijd.

Een groeiend aantal echtscheidingen draait uit op een vechtscheiding. Jarenlang geruzie over het ouderschapsplan, alimentatie en de omgangsregeling leiden tot uitgeputte volwassenen en getraumatiseerde kinderen. De oplossing? Groepstherapie.

Dit artikel verscheen eerder in Trouw, 1 februari 2014

 

Als wij ooit gaan scheiden, doen we het goed. We blijven vrienden en de kinderen gaan er zo min mogelijk onder lijden.

Welk gelukkig ouderpaar heeft dit niet gedacht en ook zo uitgesproken? Tot het onheil toeslaat. En pijn, woede en verdriet het van de ratio overnemen. Waar jij dacht en je nog zo had voorgenomen dat het nooit over de rug van de kinderen zou gaan, blijkt het altijd over de rug van de kinderen te gaan. Want dat is waarmee je elkaar kunt raken.

37% van de huwelijken eindigt in een scheiding en een groeiend deel daarvan mondt uit in een vechtscheiding. Gesteggel over het ouderschapsplan, de financiële afwikkeling, de omgangsregeling. Rechtszaak op rechtszaak om het onderste uit de kan te halen. Een drama, voor alle partijen.

De eredivisie: ouders die financieel en emotioneel uitgeput zijn

Sinds 2012 kun je bij het Kinder- en Jeugdtraumacentrum en het Lorentzhuis in Haarlem groepstherapie volgen, speciaal voor scheidende ouders, en hun kinderen. Kinderen uit de knel, heet het programma. Wat hier komt is de eredivisie. Ouders die financieel en emotioneel zo uitgeput zijn door alle procedures en hulpverleners, dat ze, soms gedwongen door de rechter, soms vrijwillig, samen deelnemen. De resultaten zijn zo goed dat er aanvragen vanuit binnen- en buitenland komen om therapeuten op te leiden. De methode moet verspreid, want de wachtlijst groeit.

Ouders en kinderen samen begeleid

Psychotherapeut Justine van Lawick van het Lorentzhuis in Haarlem ontwikkelde de therapie samen met klinisch psycholoog Margreet Visser van het Kinder- en Jeugdtraumacentrum. Van Lawick begeleidde ouders die in een vechtscheiding liggen en geen steek verder kwamen. Het enige wat ze deden was proberen haar voor hun karretje te spannen. Ondertussen maakte ze zich zorgen wat hun geruzie met de kinderen deed. Margreet Visser behandelde de andere kant van de zaak: kinderen van scheidende ouders, maar merkte dat therapie vaak averechts werkte omdat de kinderen meer open gingen staan voor het geruzie van hun ouders. “Doe toch eens iets aan die ouders,” zei ze tegen Justine van Lawick. En zo ontstond het idee om samen te gaan werken.

De groep werkt corrigerend

Hèt grote voordeel van groepstherapie is dat de groep corrigerend en als een spiegel werkt, waardoor de therapeut alleen nog hoeft bij hoeft te sturen. De ouders confronteren elkaar met hun gedrag. Van Lawick: “Een Amerikaanse collega die ik erover vertelde, vatte het zo samen: restoring the village. We moeten ervoor zorgen dat deelnemers zich zo veilig en op hun gemak voelen in de groep, dat ze hun gevoelens durven uit te spreken. De meeste mensen zijn hartverscheurend verdrietig, bang voor de toekomst en heel erg boos. Wij zijn er om die emoties te kanaliseren. Dat doen we door elke keer weer uit te leggen dat de kinderen op de eerste plaats komen.”

Als er zo hard gevochten wordt tijdens een scheiding, zijn mensen eigenlijk altijd getraumatiseerd. Of als kind, of in de relatie of tijdens de scheiding. Margreet Visser: “Het alarmsysteem is te hoog afgesteld waardoor ze ontzettend heftig reageren, en die heftige reacties houden het gevecht in stand. Advocaten kunnen wat dat betreft veel kwaad doen. Voor hen gaat het om winnen en verliezen, maar ze vergeten dat als één ouder wint, de ander verliest. En daar hangen wel een paar kinderen onder die de stress van het verliezen over zich heen krijgen. Daarom moeten ouderparen die bij ons in therapie komen alle juridische procedures stoppen. Het geeft zoveel wantrouwen over en weer. Alles wat je zegt kan immers weer tegen je gebruikt worden, terwijl we hier juist bruggen moeten slaan.”

Vaak gaat het over geld

Het is in de afgelopen sessies vaak over geld gegaan. Dat heeft natuurlijk alles met de crisis te maken. Mensen krijgen hun huis niet verkocht, ze willen van elkaar af, maar het lukt niet en krijgen schulden. Van Lawick: “We hebben vaak te maken met hoogopgeleide ouders voor wie het lange tijd allemaal niet op kon en die zich nu enorm moeten aanpassen. Dan verdwijn je als moeder vanuit je mooie, zonnige jaren dertig woning naar een tweekamerflat in de Bijlmer met in je kielzog drie pubers die ook nog eens boos op je zijn omdat je gescheiden bent. Dat geeft stress.”

Maar daarnaast is er natuurlijk ook de pijn en onmacht die ontstaat na het verbreken van de relatie. Vaak heeft een van de ouders een verstoorde omgang met de kinderen en die legt de schuld daarvan helemaal bij de ander. “Waar alle ouders zich schuldig aan maken, is het demoniseren van de ex-partner,” zegt Visser. “Ze zijn er echt van overtuigd dat de ander de boel verstiert, terwijl ze zelf alleen maar goed proberen te doen.”

Twee strijdende netwerken

Wat het er niet eenvoudiger op maakt, is dat je niet alleen te maken hebt met twee mensen die strijden, maar met twee netwerken. Om iedere ouder hangen vrienden, ouders, nieuwe partners met ook weer exen, schoolmentoren, hulpverleners, therapeuten. En die hebben allemaal een kant gekozen. Van Lawick: “Dan is het moeilijk de meerstemmigheid te handhaven. Ook voor ons hoor. Iedereen heeft een aannemelijk verhaal. Als je met de ene partner praat, denk je: ja, je hebt gelijk. Zit je met de ander, dan denk je ook: je hebt gelijk. Het gaat erom dat je die twee versies gaat combineren, dat kan wanneer je aan de kant van de kinderen gaat staan. En ex-partners moeten erop vertrouwen dat het bij de ander goed genoeg is. Laat het gaan.”

Demoniserende patronen worden de vijand

Er zijn kinderen die een van de ouders (tijdelijk) niet meer willen zien, en dat begrijpt Margreet Visser wel. “Het lijkt haaks te staan op de gedachte dat kinderen recht hebben op beide ouders, maar als er zoveel strijd is, kan een kind gaan denken: bij deze ouder ben ik het meest, daar voel ik me veilig, dus die heeft gelijk en nu wil ik verder geen gezeik meer. Voor de andere ouder is dat zuur, zo’n kind is vergiftigt door de wederzijdse demonisering die heeft plaatsgevonden, maar toch is dat de situatie zoals die is. Dwingen heeft geen zin. Het enige wat je kunt doen is je kind de ruimte geven zelf beslissingen te nemen, en hopen dat hij vanzelf weer terugkomt. Vaak is dat ook zo.”

Het is instinct van zo’n kind, ook loyaliteit is instinct. De mens is ingericht op het optimaliseren van de eigen omgeving; een overlevingsstrategie. Van Lawick: “Ouders kunnen dan wel het idee hebben dat ze geen ruzie maken waar de kinderen bij zijn, maar ruzie is als zo’n sneeuwbakje dat wordt opgeschud. De sneeuw blijft om je heen dwarrelen. Kinderen, en zeker deze kinderen, hebben hun voelsprieten openstaan. Ze zien je gezicht betrekken als er een sms binnenkomt, luisteren ’s avonds in hun bed naar wat je zegt aan de telefoon. Als wij zo’n groep leiden zijn we na anderhalf uur kapot, moet je je voorstellen dat je daar altijd in zit. Geen wonder dat zo’n kind kiest voor een van de ouders.”

Dat wil je niet, als scheidend maar goedbedoelend ouder. Maar dat demoniseren herkennen we allemaal. Want hij is ook een lul die liegt tegen de kinderen, en een narcist bovendien. En zij is een trut die gelooft in sprookjes en de kinderen vergiftigt met haar leugens. Hoe stop je de demonisering? Visser: “In therapie doen we dat door een uitleg te geven die beiden ontschuldigt. Deze mensen hebben zoveel pijn en verdriet, er hoeft maar iets gezegd te worden of ze schieten in wat wij noemen het VVV-gebied: vluchten, vechten of verlammen. En daarin kun je dus niet meer relationeel denken, je hoort de ander niet, je bent je alleen maar aan het verdedigen. We laten zien hoe demoniserende patronen werken en de vijand worden, hoe je ze kunt herkennen en wat je kunt doen om jezelf te kalmeren als je in de stress schiet. Loop weg van je computer waarop dat mailtje binnenkwam, denk aan je kind, ga desnoods letterlijk op de bank zitten met een foto van je kind erbij en weet weer waar het om draait. Die ander is niet belangrijk, je kind is belangrijk. Laat je niet opnaaien. En als dat lukt, zien we wonderen gebeuren.”

Parallelle kindergroep

Parallel aan de oudergroep loopt de kindergroep, in de ruimte boven de ouders. De kinderen krijgen geen therapie. Dat hebben ze vaak al gehad en ze zijn er zelden beter van geworden. Visser: “Zij gaan op hun eigen, creatieve manier aan de slag met de scheiding en geven zo een stem aan hoe het voor hen is. Aan het eind van de zeven sessies presenteren ze wat ze hebben gemaakt en dat kan heel confronterend zijn. Ze spelen bijvoorbeeld in een toneelstukje een telefoongesprek na waarvan de ouders dachten dat ze het niet hadden gehoord, ze maken een serie foto’s waarin ze nadoen hoe hun ouders op elkaar reageren en vervolgens hoe ze het zouden willen hebben. Een van de kinderen zei: ‘Als je ouders zo ruzie maken, heb je geen ouders meer. Dan moet je eigenlijk je eigen ouder zijn.’ Dat kwam wel aan. Alles wat de kinderen maken, werkt als een spiegel. Ouders presenteren ook aan hun kinderen wat ze willen bereiken. Er was een vader die ging dansen en zingen: ‘I’m singing in the rain!’ Heel ontroerend.”

Goed genoeg-afspraken

Probeer zo snel mogelijk tot goed genoeg-afspraken te komen, dat is wat Van Lawick en Visser scheidende mensen die nog niet zo ver zijn gezonken zouden aanraden. Van Lawick: “Afspraken zijn niet voor altijd, het is niet zo dat als je nu één vinger geeft meteen de hele hand wordt genomen. Probeer uit wat het beste werkt, de situatie is niet statisch.”

Denk niet dat controle en vaste afspraken over hoe je het wil hebben, gaan helpen. Visser: “Er zijn mensen die met een vuistdik convenant komen aanzetten. Alles staat erin vastgelegd. Wie wel en niet kleding mag kopen, wie wel en niet naar de huisarts mag brengen. Zo’n convenant laat geen ruimte voor flexibiliteit en creativiteit, terwijl dat de motor is waarop je moet werken.”

Van Lawick: “Wij zijn steeds meer tegen afspraken geraakt. Het geeft de suggestie van controle, terwijl je juist moet loslaten. Aanvaard de tragiek van het leven en de oncontroleerbaarheid. Een ouderschapsplan moet in een aantal vegen worden neergezet, niet in detail. Schrijf een paar grote principes op en stem het verder af op het leven zelf. Een ouderschapsplan dat tot op de millimeter is uitgewerkt, creëert problemen, want er is altijd wel iemand die zich niet aan de afspraak houdt. Het leven laat zich niet in afspraken vastleggen.”

 

Vincent en Liliane: ‘We hadden nooit allebei een eigen advocaat moeten nemen’

Vincent (44) en Liliane (43) hebben drie kinderen van 13, 12 en 10 en zijn acht jaar geleden gescheiden. Het eerste jaar ging het redelijk goed, tot Vincent minder ging verdienen en niet meer aan zijn alimentatieplicht kon voldoen. Dat was het moment dat de rechtszaken startten. De ene lokte de andere uit, want, zegt Liliane: “Als de rechter beslist, is een van de twee niet blij. En die gaat in hoger beroep.” Na jaren van vechten, mediation en gezamenlijke therapie zat er nog maar één ding op: de groepstherapie van het Lorentzhuis. Ze hebben hem afgelopen mei afgerond.

“We hadden nooit allebei een eigen advocaat moeten nemen,” memoreert Liliane. “Vanaf dat moment was het dweilen met de kraan open. Een advocaat is niet gericht op het sluiten van compromissen, die wil winnen.”

Scheidende mensen denken niet helder

“Je kunt van scheidende mensen niet verwachten dat ze helder en verstandig denken en doen wat het beste voor de kinderen is,” zegt Vincent. “Eigenlijk zou het systeem niet moeten toestaan dat mensen in zo’n strijd belanden. In het strafrecht kun je er een advocaat opzetten die het onderste uit de kan haalt, maar in het familierecht moeten mensen verplicht worden met elkaar te praten.”

Hebben ze wel eens iets gedaan waar ze spijt van hebben? Oh, genoeg, verzuchtten ze allebei. Veel ruzie hebben ze niet gemaakt waar de kinderen bij waren, maar je ontkomt er soms niet aan. Ook opmerkingen als: “Oh, dus daar heeft papa/mama wel geld voor,” vielen wel eens. Vincent: “Met die moderne communicatiemiddelen is een stekelige opmerking zo gemaakt. Komt er weer zo’n smsje binnen waar je van ontploft. Zie dat maar eens te verbergen.” Een keer heeft hij het wel bont gemaakt, vindt hij zelf. Toen Liliane de kinderen niet aan hem wilde meegeven terwijl het zijn beurt was, belde hij de politie en deed aangifte. Liliane: “De kinderen zijn die nacht bij mij gebleven, maar ze moesten allemaal in mijn bed slapen, zo geschrokken waren ze.”

Een jaar lang zaten ze samen in systeemtherapie, ook bij het Lorentzhuis, waar een van hun zoontjes al in therapie zat vanwege zijn angsten en onzekerheid. Het hielp allemaal niets. Liliane: “Je blijft gewoon je eigen riedeltje afsteken en hoort de ander niet.”

Groepstherapie werkte als een spiegel

Dat gebeurde pas in groepstherapie, in de confrontatie met anderen. Liliane: “We zaten daar met acht stellen en ik dacht al snel: Oh mijn god, het is overal hetzelfde! Alle mannen dachten dat hun vrouw een psychische stoornis had en alle vrouwen waren emotioneel en zaten om het minste geringste op de kast. Pas toen ik dat zag, wist ik: het hoort erbij, dit dóen mensen, ik moet het niet zo persoonlijk nemen.”

Shit: zo ben ik ook

Vincent: “Ik zat me vreselijk te storen aan een vent die zich heel betweterig en therapeutisch gedroeg. Tot ik me realiseerde dat ik dat ook deed.”

Liliane: “En ik herkende me in zijn ex-vrouw. Ze zat volledig vast in het verwrongen beeld dat ze van haar ex had, zó star, maar het was haar waarheid. Shit, dacht ik, ik wil zo niet zijn!”

Vincent: “Het zijn katten in het nauw die geen oplossingen meer zien. Ze klampen zich vast aan het randje. Terwijl de oplossingen voor de anderen heel makkelijk zichtbaar waren. En die oplossingen kon je ook weer meenemen naar je eigen situatie. Dat is het mooie van de praatgroep: je zit naar jezelf te kijken. Soms was het ook gewoon lekker om ongezouten mijn mening te geven bij een stel, terwijl ik dat dan eigenlijk tegen Liliane zei.”

Voor het eerst kon ik hem horen

Liliane: “Het was voor het eerst dat ik hem echt hoorde en me kon inleven in zijn kant van het verhaal. Je hebt lotgenoten nodig om dat in te zien.”

Vincent: “Ja, maar je moet het wel kunnen. Wat ik naïef van de praatgroep vond was dat ze zeiden: ‘Moet je gewoon zus of zo doen.’ Maar je moet wel de mentale veerkracht hebben om je zo op te stellen en er is zoveel boosheid en oud zeer. Toch is het ons daar gelukt, niet in al die andere therapieën. Ik ben het nog steeds niet eens met alles wat je doet, maar ik kan het wel loslaten.”
Wat ook verhelderend werkte, waren de rollenspellen. De stellen speelden elkaars partners en kinderen. Liliane: “Zat je op zo’n kinderstoeltje terwijl de ouders over je hoofd heen ruzie aan het maken waren. Je vóelt het dan ook echt, de boosheid en de onmacht die zo’n kind moet ervaren. En je reageert vanuit je kindzijn: ‘Hou op! Stop met ruziemaken!’”
Aan het eind van de acht sessies die de therapie duurde, lieten de kinderen de film zien die ze met z’n allen in dezelfde tijd hadden gemaakt. Liliane: “Daarin hadden ze ons nagedaan, situaties nagespeeld, ze vertelden wat ons geruzie met hen deed. Nou, dan huil je je ogen uit je kop.”

Wat wij de kinderen hebben aangedaan, maken we nooit meer goed

Vincent: “En wij hebben het ze aangedaan. Die acht jaar kunnen we nooit meer goed maken en hebben hun sporen nagelaten. Het enige dat we kunnen doen is laten zien dat we ervan geleerd hebben en dat het zelfs na zo’n lange ruzie goed kan komen.”

Liliane: “Ik heb mijn advocaat eruit geknikkerd en we hebben samen die van hem genomen. Al snel lag er een convenant dat door de rechter is goedgekeurd.”
Vincent: “We kunnen weer door met ons leven, er is geen dreiging meer. De spanning waarin wij hebben geleefd. En de invloed die dat heeft. Op je concentratie, op je werk, op de manier waarop je met je kinderen omgaat, met andere mensen, je nieuwe relatie. Het beheerst je gedachten en je humeur. Wat een verspilling.”

Ga niet voor de volle mep

Liliane: “Ga niet voor de volle mep, dat zou ik scheidende mensen willen aanraden. Qua kinderen en geld krijg je nooit helemaal je zin. Je moet jezelf dwingen de ander weer te vertrouwen, en dat is niet makkelijk, want je bent jarenlang bezig geweest alles negatief uit te leggen. Maar het levert zoveel op. Wat een rust, ook voor de kinderen. Ik mocht laatst voor het eerst zijn huis in, en de kinderkamers zien!”

Vincent: “Ik heb alle dozen met dossiers weggezet. Op zolder. Boekwerken dik, echt verschrikkelijk, wie heeft er zin om dat te lezen? Wat een verspilling van tijd, energie en geld zijn deze acht jaar geweest. Groepstherapie was een eindpunt, we hadden ermee moeten beginnen.”

Meer informatie:

Kinderen uit de knel

 

 

 

Mijn gekozen waardering € -